20180620 203208 aSmall Ships Race naar Pinn Mill met de kolibri 560 met negatieve spiegel ‘Sopranino’

De Small Ships Race is veranderd. Men heeft zich los gemaakt van de vereniging van Toerzeilers en er wordt nu ook een andere datum gekozen voor de oversteek en de bestemming is ook niet meer altijd Lowestoft. Zo was dus dit jaar van 18 juni tot 23 juni Small Ships Race 2018, en de bestemming was Pin Mill. Ik had het plan opgevat samen met David met wie ik vorig jaar ook gezeild had de SSR te varen. Echter in maart vroor het en in april had ik het erg druk op mijn werk.KKFA1696 a Ik had het plan het voorschip te compartimenteren en de grote accu in de compartimentering weg te bouwen zodat die niet meer in het gangpad in de kajuit staat, en ik besloot de klus 2 mei toch nog maar aan te vangen. Eli van den Broek had dit immers in twee weken gedaan, dus waarom zou het mij dan niet lukken de Sopranino voor de SSR gecompartimenteerd te krijgen? Nou dat viel allemaal nogal tegen; hoe hard ik ook werkte, hoe vaak ik het videofilmpje SSR met de Hydraat 2016 ook bekeek, de klus bleek taai en er waren verschillende tegenslagen. Zo pasten twee van de schotten die ik bij de werf gekocht had niet, omdat die niet geschikt was voor mijn model kolibri uit 1964 die natuurlijk ouder is dan de Hydraat kolibri van Eli van den Broek. Uit de oude bedvlonders zaagde ik maar twee nieuwe spantjes en lijmde alle spantjes met dikke epoxy fillets in . Met het verzagen van die oude bedvlonders, zadelde ik me weer met werk op, want die oude bedvlonders hadden als mallen kunnen dienen voor de nieuwe bedvlonders. Uit de plaat meegenomen van de werf, konden niet twee bedvlonders voor mijn model; dus naar Fijnhout Arnhem gereden en nog maar een stuk multiplex gehaald en middels een stuk 4 mm mdf van karwei nieuwe mallen voor de bedvlonders gemaakt. Uiteindelijk kwam alles af en kwamen de Armstrong-deksels er mooi in. Ook wel wat gegokt waar Eli mooi tape deed op de schotten voordat de bedvlonders werden gelijmd, deed ik maar gewoon net genoeg lijm op de bovenkanten van de spanten en ik heb vervolgens de bedvlonders erin gedumpt.

Vooruit, het moet toch een keer af. Het pakte nog goed uit; er is niks gelekt! Zo konden de deksels in de geïntegreerde accubak. Ook slaagde ik er nog afgelopen winter in een aangeschafte Windpilot Pacific light op de spiegel te monteren - dankzij een bij mijn broer gemaakte aanpassing aan het roer à la  de Remy Oceaan-kolibri. Zo lag Sopranino er al mooi bij alsof ze de Kolibri Oceaan Challange zou kunnen varen. Maar het ging maar over een oversteekje naar Engeland, peanuts dus voor zo’n zelfsturende boot, zou je denken.  De dag voor Sopranino het water in ging, belde echter mijn bemanning David af als enig kind moest hij voor zijn bejaarde herstellende moeder zorgen die uit het ziekenhuis kwam.  Ik snapte zijn probleem maar onhandig was dit wel. Alleen naar Pin Mill met Sopranino vertrouwde ik niet, bovendien raadde Simon Does, schipper van de andere kolibri 560 Fletcha Verda die mee zou doen me dit af. Ik besloot Boy te bellen eigenaar van een ‘mini transat 650 Gimmick’ uit 2006 die hij uit het wedstrijdcircuit had gekocht. Ik dacht misschien mag ik met hem mee. Dit bleek te mogen en ik dacht een SSR met een mini is ook best leuk (alhoewel ik wel benieuwd was naar de werking van de combi kolibri 560 en windpilot! Ook Boy was nog druk aan het klussen aan Gimmick, die inmiddels stond te glimmen in verse lagen double coat. Alhoewel Boy nog veel werk aan de tuigage moest doen, verkeerde ik in de veronderstelling dat we met de Gimmick zouden gaan, want ja als het je droom is met een mini SSR te varen geef je niet snel op. Echter een griepje gooide roet in het mini- plan van Boy en omdat we beiden toch graag SSR wilden varen bleek Sopranino toch de oplossing. Ik werkte door tot zaterdagavond acht uur in de avond en Sopranino was af. Om half negen was ik bij de Jumbo en om negen uur ging ik de Jumbo uit met een winkelwagentje proviand. Ik bleef maar door pakken tot twaalf uur in de nacht. De andere dag stond ik om vijf uur op en ik ging verder met pakken en uiteindelijk kon ik zondag om twaalf uur weg tuffen met een volgeladen boot richting Muiderzand. DSC 0663 (1) aDaar stapte Boy de andere ochtend om kwart voor zes op en zo tuften we samen naar IJmuiden. In de sluis van IJmuiden werden we verrast, want daar ontmoetten we de “Zoef”, het redactieschip van het maandblad Zeilen, met Peter Schermer aan boord. Boy maakte tijdens het sluizen een praatje met Peter. Daarna voeren we naar IJmuiden. Onze boot, kwam niet door de SSR- keuring; een oog in de kuip om aan te lijnen ontbrak, een splitpen onderin het roer die er niet zat werd door de keurmeester over het hoofd gezien, maar is niet vergeten. Dus liepen we naar de watersportwinkel en kwamen terug met een aanlijnoog, splitpen voor het roer, maar ook wat clamcleats om de windpilot te verbeteren!. We monteerden die spullen. Samen met Piet van der Burg die het ook wel leuk vond, verbeterden we de hele windpilot constructie. Boy maakte soft shackles van dyneema en dat is erg knap. Hiermee verbonden we de katrollen voor de stuurlijnen aan de stuurbuis van de windpilot. Alles liep zo ongelofelijk soepel. We gingen dan ook met een tevreden gevoel de nacht/kooi in, wetend dat we al om vijf uur op moeten staan omdat we om zes uur moeten starten.

De nacht vliegt natuurlijk voorbij en we haasten ons om weg te komen. Alles gaat daarbij goed maar een ding niet: ik vergeet mijn zeeziekte-pil. We zien Simon Does liggen bij het tankstation we weten niet dat hij motorproblemen heeft en hij roept ons ook niet op (anders hadden we hem geholpen). We varen na het tanken om 6.28 over de startlijn. Hoog aan de wind koersen we eerst een stuk noord om van de kust af te komen. Daarna zetten we koers zuid om zuid uit te gaan want volgens het routeringsprogramma van Joost Ubbink geeft dit veel kans op zo weinig mogelijk windstilte. Dit blijk ook het geval te zijn en we maken mooi voortgang. Maar een kolibri aan de wind is een hobbelpaard en daar gaat het mis. Door de vergeten zeeziektepil en alle vermoeidheid van het klussen raak ik zeeziek en kots de puts vol. Ook Boy voelt zich niet echt lekker. Ik weet maar net mijn ding te doen maar gelukkig is Boy wat fitter en weet hij de windpilot werkend te krijgen. Erg fijn want een één jaar oude 105 AH accu die bovendien gedurende de winter ook nog  thuis enkele malen is doorgeladen, blijkt vies tegen te vallen. Meer dan - pak hem beet - 30 bruikbare AH zit er denk ik niet meer in.

IMG 8490 aDe Sopranino loopt goed aan de wind, beter dan vele andere polyester scheepjes en met windpilot, die ik de naam Hannibal had gegeven - naar een roze houten olifant die mascotte was op de echte Sopranino als reddende engel - besluiten we door te zeilen naar Harwich. De avond is mooi en rustig. Echter zo niet de nacht; de wind trekt aan naar zeker  5 bft en aangezien we de 7 m2 fok hadden laten staan is de nacht stevig en moeten we aan de hoge kant slapen, om de boot in het spoor te houden. Vermoeiend vanwege het ontbreken van slingerzeiltjes in Sopranino.  Gedurende mijn wachtje in de nacht is het mistig en ik heb nu en dan de neiging op de scheepstoeter te blazen om eventueel scheepsverkeer te waarschuwen maar ja dan wordt Boy wakker dus ik doe dat niet.IMG 8495 a

Gedurende de wacht van Boy ziet hij een groot schip op de AIS, vervolgens hoort hij het schip voorbijvaren hij ruikt de uitlaatgassen zelfs - maar het loopt uiteindelijk goed af. Moraal van het verhaal: Er valt veel te zeggen voor een AIS transponder op zee. De zon is weer op en we varen verder naar Harwich. Het wordt snel vriendelijker allemaal en een bakje Griekse Yoghurt is het eerste dat in onze magen blijft. De 105 AH accu is inmiddels leeg. 12.0 V - en we besluiten over te schakelen op de reserve-accu. Omdat die niet zo heel veel capaciteit heeft, pruts ik een paar lijntjes aan een klein 6 Watt piek zonnepaneel en plug ik die in. Dit scheelt toch 0.3 Ah, verwacht ik. We varen door en lopen Harwich aan. Het is zulk mooi weer en de wind is zo goed dat we zo de Orwell op kunnen zeilen en alhoewel het wind tegen is. Een klein wendbaar scheepje als een 560 laveert natuurlijk zo handig dat we zo naar de finishlijn laveren. We noteren 20:05  uur en 0 motorminuten. We zijn best wel blij met dit resultaat dat we mede dankzij de routering van Joost Ubbink geen windstilte hebben gehad en op 130 mijl varen geen motorminuten hebben! Echter de tegenvaller komt nog: de kussens zijn nat vanwege alle buiswater en we kunnen niet meer eten kopen in Pin Mill; alle keukens zijn al dicht. Gelukkig kunnen we van de Sunday/Joost een self inflatable mat lenen en zijn er nog twee kussens die droog, dus bruikbaar zijn. En van de proviand koken we maar snel even een maaltijd. Maar dan maken we ons ongerust. IMG 8563 aZeilschip Tin Tin is nog steeds niet binnen. Peter Schermer laat ze oproepen vanaf de Stena, maar het zit me niet lekker. Daarna vallen we in slaap, omdat we moe zijn. De vermoeidheid wint het van ongerustheid over Tin Tin. We hopen dat Tin Tin ook nog komt. Gelukkig komt Tin Tin de andere ochtend alsnog binnen. Hans en Lisanne waren zeeziek en hadden problemen met de stuurautomaat gehad, en hadden de status officieel ‘vermist’ gehad, maar na oproepen vanaf de hoge zendmasten van de kustwacht hadden ze onmiddellijk geantwoord en kon een speciaal voor hen opgestegenzoek vliegtuig huiswaarts keren.

Butt and Oyster aZo zijn uiteindelijk zeven boten in Pin Mill aangekomen en twee in Lowestoft aangekomen. De bemanning van die twee boten komt per huurauto naar Pin Mill. De overige boten zijn o.a. vanwege zeeziekte of motorproblemen terug gekeerd naar IJmuiden. Dan volgt een leuke dag Engeland met een Engels ontbijt in The Butt Oister, een wandeling over Engelse wandelpaden naar een slagerij die ook brood verkoopt, en door de Engelse velden met twee meter dikke eikenbomen. Zo scharrelen we ons dagje Engeland door. We kopen en monteren met hulp van Peter Schermer een nieuwe radarreflector omdat de andere verloren was gegaan gedurende het stampen op de Noordzee. Ook worden er foto’s gemaakt van schip en bemanning. Zo zijn we lekker bezig we krijgen een interview.

Men is niet bepaald blij met het feit dat wij met een accu die ondeugdelijk was de zee op waren gegaan. Ik wist echter niet dat die accu in een jaar tijd zo achteruit was gegaan bovendien vingen Windpilot en zonnepaneel gelukkig ons probleem op.  Met de avond komt eigenlijk een leuke verrassing: op SW-tijd is Sopranino vierde geworden. Hier waren we best tevreden mee. De andere dag echter moeten we alweer terug naar IJmuiden zeilen. We denken dat we ruime wind krijgen en besluiten half negen uit te varen zodat we iets meer rust hebben.  Hoe anders gaat dit lopen. We krijgen weer aan de wind en bikkelen ons een weg hoog aan de wind richting IJmuiden. Later als we achter de zandplaat voor Harwich langs zijn, kunnen we een iets ruimere koers varen maar het blijft hoog aan de wind beuken. De windpilot stuurt driftig door.

Dan, in de avond manifesteert zich ineens een probleem: het onderste roerbeslag (type 660 beslag) heeft teveel te verduren gehad en is afgebroken. Een windpilot en de zee hebben teveel van het beslag gevraagd. Ik maak nog een fout want in een poging het roer te fixeren klem ik mijn vinger tussen roer en boot. Een bloedende blauwe nagel en gekneusde vingertop is het gevolg. We weten gelukkig het roer enigszins te fixeren en hebben marifooncontact met de andere SSR boten over het probleem.  We gaan de nacht in met een matig sturend roer. In de ochtend echter breekt het hele roer af en we moeten het roer bergen. We zijn dan tachtig mijl vanaf IJmuiden.  MG 4699 aOmdat we op de heenweg geen motorminuten hadden, is er nog meer dan twintig liter benzine aan boord. Hiermee kunnen we de tachtig mijl makkelijk varen. Echter op zee met een buitenboordmotor op knuppel een boot besturen blijkt niet makkelijk. Bovendien blijkt Boy zijn zeilbroek ‘model goedkoop van Kniest’ lek. Hij krijgt het enorm koud zo blijkt goedkoop weer duurkoop maar balen is het wel dat hij zo’n kou moet lijden en door zijn droge kleren is. Ik stuur daarom in mijn dikke warme Parasail zeilpak de nacht maar door. Na drie uur in de slaapzak is Boy gelukkig weer redelijk opgewarmd en is het ook weer mooi zonnig weer, dus wordt het uiteindelijk geen probleem. Met wachtjes van elk 3 uur sturen krijgen we het wel voor elkaar en lopen we drie uur in de middag IJmuiden binnen.DSC 0681 a

Daar horen we dat Simon Does, die vanwege motorproblemen de SSR niet gevaren had en in de sluis ligt. Sopranino was dit jaar de enige kolibri 560 die de Small Ships Race gezeild heeft, maar niet de enige kolibri: de Eclipse van Pieter van der Burg heeft de tocht ook gezeild. We eten een frietje in IJmuiden waar het heel druk is vanwege de VOR en besluiten daarna door te varen naar Amsterdam.

In Amsterdam overnacht ik in Sixhaven (een erg gezellige haven) en neemt Boy afscheid van mij. De andere dag vaar ik Sopranino met zoute inhoud terug naar Harderwijk. Gelukkig zijn de kussens en de boot en zeilpak en zeilen weer ontdaan van alle zout en inmiddels weer droog. Het roer zijn we aan het repareren en verder ben ik nog motor en zwemtrap aan het omwisselen zodat de windpilot beter op te halen is. Ook moet het grote lekgat in  het dak, veroorzaker van het natte-kussen-leed, bestaande uit het luik waar het buiswater onderop jaagt, te worden gedicht. We denken aan een zeiltje zoals Jurrien Jongbloed op Whipe Out had. Omdat de boot zo mooi stuurde met de windpilot, wil ik dit zeker nog een paar keer proberen dit jaar.. Verder hoop ik ook nog Boy te bezoeken en een stukje mee te racen op de Gimmick; dat moet toch leuk zijn zeilen op zo’n mini.

 MG 4674 aAl met al is de SSR een mooie tocht die met goede voorbereiding, waarbij de veiligheidslijst van de SSR niet in de wind moet worden geslagen, met twee man goed te zeilen is met een kolibri 560. Een windvaan-zelfstuur is makkelijk maar bij voldoende accucapaciteit/zonnepaneel niet per se nodig. Dan kan een helmstokstuurautomaat ook prima. Wel verwacht ik vanwege het incident met Tin Tin een verdere aanscherping van de nu al uitgebreide veiligheidslijst. De AIS transponder; opdat de SSR-schepen beter te volgen zijn, zal verplicht worden, denk ik. Andere kolibri-types die een SSR kunnen/ mogen zeilen (dus korter zijn dan 7.5 meter), zijn de 620, de 660, de 700 en de nieuwe 6.5.

Freek Hessels