Kolibri 700

Technische gegevens

Lengte o.a.

7.00 m

Lengte w.l.

6.00      m

Breedte

2.50       m

Diepgang

1.15 of 1.40 m

Ballast

535 kg

Waterverplaatsing

1300 kg

Grootzeil

9.0 m²

Fok

12.5  m²

Doorvaarthoogte

9.40 m

 

 

Beschrijving door de Kolibriwerf

Leo van den Brink, zoon van de stichter van de Kolibriwerf en vader van de huidige eigenaar Pim, vertelt over de ontwikkeling van de Kolibri 700 en de 700 ID.
In 1979 is de Kolibri 700 ontwikkeld omdat er behoefte ontstond aan een groter schip met meer leefruimte dan de Kolibri 560 bood. Voor gezinnen met twee kinderen werd de 560 toch wel wat krap.
De Kolibri 700 heeft een dinette met een vaste tafel, wat aantrekkelijk is voor kinderen. Ook is er wat meer plaats voor een onderwatercloset.
De kombuis heeft meer mogelijkheden voor een gasstel en een wasbakje. We wilden ook de slaapplaatsen graag veel ruimer maken. Er zijn dus twee ruime voorkooien gecreëerd en bovendien ontstaat er een flink tweepersoonsbed als de tafel tussen de dinettebanken in wordt gelegd.
De 700 is door de Kolibriwerf zelf ontwikkeld. De romp is ontworpen door de oprichter van het bedrijf, Antoon van den Brink. Het interieur en de deklay-out zijn van de zonen Arnold en van mij.
De tekeningen, die erg nuttig zijn voor de zelfbouwers, zijn gemaakt door Fons Negor.
Van 1979 tot eind 1980 zijn er 35 700’s gebouwd en van 1980 tot 1984 vond de bouw van de nummers 36 t/m 64 plaats. Omdat veel eigenaars hun schepen graag geregistreerd wilden hebben, werd er een datum met een nummer in de voorkant van de wrang geslagen.
In 1980 hebben we de 700 veranderd in de 700 ID. De aanduiding ID staat voor het “idee” om de 700 te wijzigen. Die wijziging hield in dat de mast naar achteren verplaatst werd, waardoor de voorkooien en het toilet vóór de mast geplaatst konden worden. Hierdoor kon de toiletruimte nog wat groter worden en wat beter afgeschermd. De kajuit is toen ook naar voor en achter verlengd en het achterdek is verkort. Zonder het grote achterdekluik bleef de kuip dus net zo lang als bij het oude model.
Een ingebouwde saildrive of buitenboordmotor waren zo beter bereikbaar. Bij gebruik van een buitenboordmotor in een bun is de motor zichtbaar en gemakkelijker te bedienen. Als er een Volvo saildrive van 7 ½ pk werd ingebouwd, werd deze volledig afgedekt. Schakelen en gas geven gaat dan via een afstandsbediening, die gemonteerd is tegen de zijkant van het kuipschot.
Ook werd er een enkele keer een dieselmotor ingebouwd. Zo’n motor en de inbouw ervan zijn flink duurder, bovendien kost het nogal wat ruimte in het interieur. De inbouwplaats is dan onder de kuipvloer, waar anders de provisielade geplaatst is. De klant bepaalde hoe zijn schip werd gemotoriseerd.
Hij kon ook kiezen uit verschillende kielen. Er waren kielen met drie diepgangen: 1 meter, 1,15 meter en 1,30 meter. De keuze was afhankelijk van het vaargebied. De ondiepere kiel was meer geschikt voor de binnenwateren en de diepere voor grotere wateroppervlakten zoals het IJsselmeer en de kustwateren.
De werf heeft in 1979 prototypes gebouwd van de 700 en in 1980 van de 700 ID. In totaal zijn er door de werf zo’n acht Kolibri’s 700 compleet afgeleverd, de overige gingen als bouw-pakket naar de klant. Wel werd er door de werf altijd de voorziening gemaakt voor de inbouw van de saildrive of de bun voor de buitenboordmotor.
Al met al zijn de Kolibri 700 en de 700 ID prettig zeilende schepen met veel binnenruimte voor zowel binnenwater als het grotere water. Het was erg jammer, dat de verkoop in 1984 plotseling stagneerde. We moesten toen dus de productie stoppen. Op zo’n moment moet je als werf zien dat je weer een schip gaat bouwen dat je wel kunt verkopen. Daarvoor moet je weer flink investeren en als je dan een hoop geluk hebt, kom je weer met een gewild schip op de markt.
En volgens mij is dat goed gelukt een nieuwe generatie Kolibri’s te bouwen, waarin een zeiler graag gezien wil worden.
Ondertussen blijven de oudere modellen door hun karakter populair op de markt van gebruikte boten.

Copyright Kolibri Jachtbouw © 2015 All rights reserved

Nadere kennismaking met de Kolibri 700

Door André Bal

Aanleiding

Halverwege de jaren 70 werd er op de werf al wel eens nagedacht over het ontwikkelen van een groter schip maar men schoof dat steeds vooruit omdat de werf de vraag naar de 560 amper kon bijbenen.

In de tweede helft van de jaren 70 liep de vraag naar de 560 terug en werd gedachte aan een groter schip op de voorgrond geplaatst. De zonen Arnold en Leo vroegen hun vader Arnold die toen al 74 was een ontwerp voor dat grotere schip te maken.
Pa en de zonen bespraken de wensen en de eigenschappen voor dat grotere schip. Er werden twee schaalmodellen gemaakt die vlak bij de werf gingen proefzeilen. Gekozen werd voor het bolle model omdat daar meer binnenruimte in te maken was. Bij de presentatie op de Hiswa was er enthousiasme voor de grote binnen ruimte maar het ontwerp was niet direct een succes. Van 1979 tot eind 1980 werden er 35 Kolibri’s 700 gebouwd op de werf. De families van der Brink zeilden zelf met de 700 en zij waren niet helemaal tevreden over het ontwerp en besloten tot een aantal aanpassingen. De mast en de kiel werden wat meer naar achteren geplaatst, het toilet verhuisde van direct naast de kombuis naar een plek tussen de dinette en de voorkooien. Deze wijzigingen werden in 1980 ingevoerd en werd de naam iets gewijzigd in 700 ID.
Door de wijzigingen liep de verkoop beter. Tussen 1980 en 1984 werden er  49  700 ID gebouwd. Bij elkaar zijn er 75 Kolibri’s 700 geproduceerd op de werf.

Getest

In nummer 24 van de Waterkampioen, jaargang 198, verschijnt eindelijk een test van de 560, de 620 en de dan twee jaar in productie zijnde 700. Getest wordt een 700 ID.
Een paar punten uit de test: ”Alle mogelijkheden om de zeilen goed te trimmen zijn aanwezig”, Afwerking en stoffering zijn netjes. Bij vaareigenschappen staat vermeld: ”De Kolibri 700 is gezeild met een dubbel rif en een stormfok in een windkracht die varieerde van zeven tot negen Beaufort. Aan de wind is het mogelijk om 50 ° te sturen maar in vlagen was afvallen tot 60°noodzakelijk. In harde vlagen wilde boot wel uit het roerlopen. Aan de wind kreeg de romp stevige klappen te verduren. Over het algemeen zijn de zeileigenschappen op alle koersen goed”.
De conclusie vermeld: ”Evenals de andere Kolibri’s heeft de 700 goede vaareigenschappen. Afgezien van het naar binnenkomen van de huid in het voorschip is de constructie voldoende. De afwerking is netjes. Een minpunt is de opstelling van de gasfles en benzinetank. Het is met deze Kolibri mogelijk op ruim water te varen en met aangepaste uitrusting ook op kustwateren”.

In die tijd werd ook het commentaar van de leverancier nog netjes afgedrukt naast de test.  Naast dank aan het testteam voor de objectieve beoordeling gaan de firmanten van den Brink ook in op de gemaakte opmerkingen. Zo schrijven zij; ” De huid buigt in het voorschip zichtbaar onder de druk van de stevige golven. Dit is mogelijk doch niet verontrustend. De sterkte van alle in de vorm gelijmde multiplex rompen is gebaseerd op taaie souplesse. Door mee te geven worden de klappen opgevangen en gedempt en buigt doch breekt de huid niet.
In de praktijk van 35 jaar deze rompen op deze wijze produceren is dit wel duidelijk aangetoond. Tot slot melden de bouwers dan;  uit oogpunt van standaardisatie is de rompdikte op 12 mm gebracht.

Eigen ervaringen

Vanaf 2002 vaar ik met een 700 na 15 jaar met een 560 te hebben gevaren. Maar de bankjes binnen en buiten op de 560 zijn laag en na een paar dagen kreeg ik dan pijn in de rug. Reden op naar wat anders uit te kijken. De 700 is ruimer, de banken binnen en buiten hoger het zit lekkerder. Binnen heb je een dinette, die kunt gebruiken als navigatie tafel maar ook om gewoon aan te eten of om een spelletje aan te doen. Met wat tegen elkaar konten kun je er met z’n vieren aan zitten.
Wat ze in de ANWB test ook nog schrijven over het ontbreken van een brugdek begrijp ik niet. Mijn 700 met nummer 14 heeft een hoog en prima brugdek.  Volgens mij kon je bij de bestelling van de bouwpakket aangeven met of zonder brugdek.
Omdat ik nogal eens alleen vaar heb ik bediening vanuit de kuip en kan de fok die gewoon met leuvers aan de voorstag zit met een neerhaal lijntje ook strijken. Een stuurautomaat helpt meestal even met het op koers houden bij het zeilen hijsen en strijken. De meeste 700 hebben tegenwoordig een rolfok.

De 700 is een bol schip, eigenlijk niet zo fraai om te zien maar het vaart prima.  Na verloop van tijd moet je nodige vernieuwen omdat het oude gewoon versleten is. Zo verving ik de saildrive voor een BB motor in een bun die wel met plankjes rond het staartstuk is geworden tot een semi saildrive.
Na het plaatsten van een nieuwe mast ben ik een week bezig geweest met het opnieuw trimmen van die mast. Beetje naar voren, uitproberen weer wat naar achteren, meer achterover etc. Want een 700 moet nu eenmaal theoretisch door zijn lengte harder kunnen varen dan een 560. Als je er dan uitgezeild wordt door een 560 dan moet je er wat aan doen. Dat heb ik gedaan en als een 560 nu nadert dan ga ik weer attent sturen en een beetje trimmen nou dan komt die 560 me echt niet voorbij.  Zeg nooit, nooit want door je jaren heen heb ik ook veel verzameld aan boord. Twee kachels en voor aan de walstroom en éen voor op de ankerplek. Fijn voor in het voor en najaar als het s’ avonds wat frisser wordt. Veel reparatie spullen aan boord waaronder zelfs een kleine bankschroef, een grote doppen – sleutel doos etc. etc. Tja, dan wordt het in de loop van de jaren ook een beetje een vrachtschip. Maar comfort en zekerheid geven je wel een goed gevoel. Kortom een 700 is een fijn schip.

Tot slot

Kajuitzeiljachten tot 7 meter
Jaap. A.M. Kramer
1982 Uitgave Grote Alken nr. 758

Kies uw Zeilboot 1980
Uitgave: Elsevier i.s.m. KNWV
Isbn 90 10 02891 7

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *